Parlementaire vraag: Overdracht van een deel van het justitiepaleis naar de Gentse opera
Foto: Ignace Van der Kelen
Mijn vraag aan de Minister:
In maart 2023 informeerde ik bij u over de voortgang van de overdracht van een deel van het justitiepaleis naar de Gentse opera, met inbegrip van de verplaatsing van het cellencomplex naar het voormalige gerechtsgebouw aan het Koophandelsplein nr. 23. Destijds gaf u aan dat een haalbaarheidsstudie werd uitgevoerd om de meest geschikte ruimten voor de cellen te bepalen. De voorbereidingen waren reeds gestart, en men verwachtte de studies en werkzaamheden tegen 2025 te voltooien, zei u.
Zijn er sinds uw laatste update in maart 2023 verdere ontwikkelingen geweest met betrekking tot het cellencomplex en het voormalige gerechtsgebouw aan het Koophandelsplein nr. 23?
Kunt u meer inzicht geven in de haalbaarheidsstudie? Wat houdt deze studie precies in, en hoe wordt de betrokkenheid van belanghebbenden gewaarborgd? Verwacht u nog steeds dat deze studie tegen het voorjaar van 2024 is afgerond, en is er al een concretere timing beschikbaar?
Kunt u meer details delen over de genomen stappen om ervoor te zorgen dat zowel de studies als de werkzaamheden vóór 2025 worden afgerond? Gezien de noodzaak van het opstellen van een dossier voor de uitvoering van de werken en het aanvragen van vergunningen na de studie, lijkt 2025 nog steeds haalbaar, of overweegt u ondertussen om deze datum te herzien? Dat laatste zou natuurlijk rampzalig zijn voor de realisatie van de verbouwingen aan het Operagebouw.
Het antwoord van de Minister:
Hieronder vindt u de elementen van het antwoord die door de Regie der Gebouwen werden meegedeeld.
De studieopdracht voor het masterplan van het gerechtshof is gevorderd. Nu zal een voorkeursscenario worden gekozen en dat zal verder worden uitgewerkt door het studieteam.
De studie voor het masterplan gaat over verschillende aspecten, met name: de optimalisatie van de locatie van de bestaande functies in het gerechtshof, de integratie van de kamer van inbeschuldigingstelling en van de cellen die zich vandaag in het gebouw Koophandelsplein 21 bevinden, de restauratie van het interieur van het gerechtshof, de her aanleg van de buiteninfrastructuur en het zoeken naar een oplossing voor de tijdelijke locatie van de zittingszalen, de griffies, het cellencomplex en de kantoren tijdens de uitvoering van de werken in het gerechtshof. In het kader daarvan zijn er verschillende gesprekken geweest met de partijen die betrokken zijn bij zowel de uitbreiding van het operagebouw, bij de her aanleg van de tramlijnen van De Lijn als bij de algemene mobiliteit in de buurt. De studie van het masterplan zal zoals voorzien in het voorjaar van 2024 zijn afgerond.
De definitieve integratie van het cellencomplex en de kamer van inbeschuldigingstelling in het gerechtshof zal in het kader van de totaalrenovatie gebeuren, die meerdere jaren in beslag zal nemen. Daarvoor moet na voltooiing van de studie van het masterplan nog de eigenlijke architectuurstudie worden opgestart, die ook al snel een jaar in beslag neemt. Het is dus materieel niet mogelijk dat de totaalrenovatie in 2025 kan worden afgerond. Echter, in het kader van de studie van het masterplan wordt onderzocht wat een geschikte overbruggingshuisvesting voor de diensten uit zowel het gerechtshof als het gebouw Koophandelsplein 21 zou zijn. De inrichting van die tijdelijke locatie en de verhuis van de diensten zal hoe dan ook de eerste stap zijn in de uitrol van het project. Er wordt onder meer onderzocht of een centraal gelegen gebouw in Gent, in eigendom van de Belgische Staat, al die diensten gedurende een aantal jaar kan huisvesten, waardoor het gebouw Koophandelsplein 21 zou vrijkomen zodra de verhuis naar de tijdelijke locatie is gerealiseerd. De uitwerking van deze piste is evenwel afhankelijk van een aantal randvoorwaarden, die worden onderzocht in overleg met de stad Gent. De Regie der Gebouwen is zich bewust van de urgentie van de verbouwing van het operagebouw, met inachtneming van haar missie om een geschikte infrastructuur te voorzien voor de continuïteit van de rechtsgang.
